Grammaticatermen in het Chinees
Nederlands | Engels | Chinees | Pinyin | Beschrijving |
---|---|---|---|---|
Onderwerp | Subject | 主语 | zhǔyǔ | Vbd: in 我很好 is 我 het onderwerp. [npcr1] |
Subject | Subject | 主语 | zhǔyǔ | Zie onderwerp. |
Gezegde | Predicate | 谓语 | wèiyǔ | Vbd: in 我很好 is 很好 het gezegde. En in 我也很好 is 也很好 het gezegde. [npcr1] |
Bijvoeglijk naamwoord | Adjective | 形容词 | xíngróngcí | Zie Wikipedia . |
Adjectival predicate | 形容词谓语 | xíngróngcí wèiyǔ | In alle volgende voorbeelden is alles behalve het onderwerp (jij, ik, zij)
het deel waar het om draait: 你好, 我不忙 (ik heb het niet druk), 他们都很好 (het gaat goed met hen beiden). [npcr1] |
|
Zelfstandig naamwoord | Noun | 名词 | míngcí | Een woord dat een persoon, dier of ding noemt, bepaalt of aanduidt
[owa]. Vbd: in 她是老师 (hij is leraar) is 老师 een zelfstandig naamwoord. [npcr1] |
Naamwoord | Noun | 名词 | míngcí | Een woord dat een persoon, dier of ding noemt, bepaalt of aanduidt
[owa]. Vbd: in 她是老师 (hij is leraar) is 老师 een zelfstandig naamwoord. [npcr1] |
Naamwoordelijke woordgroep | Een samenstelling van 2 zelfstandige naamwoorden, die zich grammaticaal net zo gedraagt als een zelfstandig naamwoord [owa]. | |||
Tweelettergrepig woord | Disyllable | 双音节 | shuāngyīnjié | Woord bestaande uit 2 karakters. |
Meerlettergrepig woord | Polysyllable | 多音节 | duōyīnjié | Woord bestaande uit meer dan 2 karakters. |
Lettergreep | Syllable | 音节 | yīnjié | |
Aanzet | Initial | 声母 | shēngmǔ | De beginklank van een karakter, bv. 'sh' in 'shuāng'. |
Rijm | Final | 韵母 | yùnmǔ | De eindklank van een karakter, bv. 'uāng' in 'shuāng'. |
Vragend voornaamwoord | Interrogative pronoun | 疑问代词 | yíwèn dàicí | Voorbeelden in het Chinees: 谁 (shuí = wie),几 (jĭ = hoeveel), 哪儿 (năr = waar),多少 (duōshăo = hoeveel), 什么 (shénme = wat, wie),怎么 (zĕnme = hoe, wat, waarom),怎样 (zĕnyàng = hoe, waarom) ,怎么样 (zĕnmeyàng = hoe, hoe gaat het),为什么 (wèishénme = waarom). |
Aanwijzend voornaamwoord | Demonstrative pronoun | 指示代词 | zhĭshì dàicí | Voorbeelden in het Chinees: 这 (zhè = dit), 那 (nà = dat), 每 (mĕi =
elk), 各 (gè = elk), 这儿 (zhèr = hier),
那儿 (nàr = daar), 这里 (zhèlĭ = hier),
那里 (nàlĭ = daar), 这会儿 (zhèhuìr = nu), 那会儿 (nàhuìr = dan), 这么
(zhème = zo, op deze manier), 那么nàme (zo, op die manier),
这样zhèyàng (zo, op deze manier), 那样nàyàng (zo, op die manier). Zie ook Wikipedia. |
Aanwijzend voornaamwoord | Instructive pronoun | 指示代词 | zhĭshì dàicí | Zie Aanwijzend voornaamwoord. |
Pronomen demonstrativum | Demonstrative pronoun | 指示代词 | zhĭshì dàicí | Voorbeelden zie Aanwijzend voornaamwoord. |
Onbepaald voornaamwoord | Indefinite pronoun | Duidt iets inconcreets aan.
Voorbeelden in het Chinees: 每 (mĕi = elk(e)). Zie Wikipedia. |
||
Onbepaald voornaamwoord | Directive pronoun ([hskt]) | Zie Onbepaald voornaamwoord. | ||
Pronomen indefinitum | Indefinite pronoun | Zie Onbepaald voornaamwoord. | ||
Voornaamwoord | Pronoun | 代词 | dàicí | Zie Wikipedia. |
Woordvolgorde [wikip] | Word order [npcr1] | 语序 | yǔxù | De volgorde van woorden in een zin, bv. onderwerp - werkwoord - lijdend voorwerp. |
Grammatica | Grammar | 语法 | yǔfă | |
Uitdrukking | Expression | 用于 | yòngyǔ | Als in 'classroom expression' [npcr1]. Kan echter veel meer dingen betekenen, zoals formulering, zegswijze, vakterm, terminologie. |
Idiomatische uitdrukking | Idiomatic expression | 习惯用语 | xíguàn yòngyǔ | |
Klank | Phonetics | 语音 | yǔyīn | |
Uitspraak | Pronunciation | 语音 | yǔyīn | |
Uitspraak | Pronunciation | 发音 | fāyīn | |
Maatwoord | Measure word | 量词 | liàngcí | Een type woord dat vergelijkbaar is met 'fles' in '3 flessen wijn'. Alleen worden deze woorden in Chinees voor elk zelfstandig naamwoord gebruikt. |
Woordgroep | Phrase | 词语 | cíyǔ | Een zinsfragment, zoals 看一下 (kàn yīxià), 是不是 (shì bù shì) of 我朋友 (wǒ péngyǒu). |
Vraagzin | Question sentence | 疑问句 | yíwènjù | Een zin met een vraagteken aan het eind. |
Vraag | Question | 疑问 | yíwèn | Zie Vraagzin. |
Vraagzin | Interrogative sentence | 疑问句 | yíwènjù | Zie Vraagzin. |
Vragend? | Interrogative | 疑问 | yíwèn | |
?? | Attributive | 定语 | dìngyǔ | Een woord of woordgroep in een naamwoordelijk
zinsdeel dat (de betekenis van?)
het belangrijkste zelfstandige naamwoord wijzigt.
Het kan een zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, werkwoord of nog
iets anders zijn. Een voorbeeld in het Engels is chicken soup, waarbij chicken het attributive is. Als een zelfstandig naamwoord of voornaamwoord gebruikt wordt om bezit uit te drukken, dan is in het Chinees meestal 的 (de) nodig, zoals in 我的朋友 (wǒ de péngyǒu = mijn vriend). |
?? | Noun adjunct | 定语? | dìngyǔ? | Een zelfstandig naamwoord in een naamwoordelijk
zinsdeel dat (de betekenis van?)
het belangrijkste zelfstandige naamwoord wijzigt. Een voorbeeld in het Engels is chicken soup, waarbij chicken het noun adjunct is. Een voorbeeld in het Chinees is 汉语老师 (Hànyǔ lăoshī = Chinese leraar) of 中国人 (Zhōngguórén = Chinees (een Chinees persoon)). |
?? | Attributive noun | 定语? | dìngyǔ? | Zie Noun adjunct. |
?? | Noun premodifier | 定语? | dìngyǔ? | Zie Noun adjunct. |
Bijwoord | Adverb | 副词 | fùcí | Woord dat iets zegt over een ander bijwoord, een bijvoeglijk naamwoord of
een werkwoord. Vbd: Hij studeert snel. 'snel' is het bijwoord, omdat het iets zegt over het werkwoord 'studeren'. |
Ja-nee-vraag | V/A-not-V/A question | 正反疑问句 | zhèngfăn yíwènjù | Vragen waarin de bevestigende vorm en ontkennende vorm achter elkaar worden
gezet.
Dit kan met bijvoeglijke naamwoorden (A) en werkwoorden (V). Voorbeeld: 他是不是中国人? (tā shì bù shì Zhōnguórén? = is hij een Chinees?) |
Object | Object | 宾语 | bīnyǔ | Het onderdeel in een zin waarop het de door het werkwoord uitgevoerde handeling direct of indirect betrekking heeft. Een andere naam voor direct object is lijdend voorwerp, een indirect object heet vaak meewerkend voorwerp (maar er zijn meer mogelijkheden). |
Zes punten | Six dots | 省略号 | shēnglüèhào | Zes punten om aan te geven dat iets weggelaten is. |
Verkorte vraag | Abbreviated question | 省略式问句 | shēnglüèshì wènjù | In de volgende dialoog is de 2e vraag een verkorte vraag: Ik ben Chinees. En jij? In het Chinees wordt zo'n 2e vraag bijvoorbeeld gemaakt door 呢 (ne) te gebruiken na een zelfstandig naamwoord of voornaamwoord: 你呢? (nĭ ne? = en jij?). |
Maatwoord | Classifier | 量词 | liàngcí | Een soort woord dat vergelijkbaar is met 'fles' als wij zeggen 2 flessen melk. Alleen wordt in het Chinees voor elk zelfstandig naamwoord een maatwoord gebruikt, en er zijn er heeeeeel veel verschillende. |
Maatwoord | Measure word | 量词 | liàngcí | Een soort woord dat vergelijkbaar is met 'fles' als wij zeggen 2 flessen melk. Alleen wordt in het Chinees voor elk zelfstandig naamwoord een maatwoord gebruikt, en er zijn er heeeeeel veel verschillende. |
Modaal partikel | Modal particle | Een zin blijft syntactisch correct als je een modaal partikel weglaat.
Maar het modale partikel verandert de betekenis. Zowel in het Nederlands als in het Chinees worden ze veel gebruikt. In het Nederlands o.a. in bv. de zinnen 'Dat zou je toch moeten weten' en 'Kan je even het raam dichtdoen?' Chinese modale partikels zijn o.a. 啊 (a), zoals in 是啊, om bevestiging aan te geven. |
||
Voegwoord | Conjunction | 连词 | liáncí | Een woord dat 2 deelzinnen (vaak hoofdzin en bijzin) met elkaar verbindt (Wikipedia). |
Nevenschikkend | Coordinating | Voegwoorden die gelijkwaardige zinsdelen met elkaar verbinden. | ||
Onderschikkend | Subordinating | Voegwoorden die 2 zinsdelen met elkaar verbinden, waarvan het ene in grammaticaal opzicht ondergeschikt is aan het andere. Dat geldt bv. voor een hoofd- en een bijzin. | ||
Onvoltooid verleden tijd | 过去时 | guòqùshí | Voorbeelden: Ik las een boek; Ik ging naar huis. In het Engels komen de simple past en past progressive het meest overeen. Zie Wikipedia. |
|
Verleden tijd | 过去式 | guòqushì | Zie Onvoltooid verleden tijd | |
Tegenwoordige tijd | Present tense | 现在式 | xiànzàishì | Voorbeelden: Ik lees een boek; Ik ga naar huis. Zie Wikipedia. |
Onvoltooid tegenwoordige tijd | Present tense | 现在式 | xiànzàishì | Zie Tegenwoordige tijd. |
Praesens | Present tense | 现在式 | xiànzàishì | Zie Tegenwoordige tijd. |
Voltooid tegenwoordige tijd | Present perfect simple | Voorbeelden: Ik heb een boek gelezen; Ik ben naar huis gegaan. Zie Wikipedia. |
||
Perfectum | Present perfect simple | Zie Voltooid tegenwoordige tijd. | ||
Imperfectum | 过去式 | guòqushì | Zie Onvoltooid verleden tijd. | |
Voltooid verleden tijd | Past perfect | Voorbeelden: Ik had een boek gelezen; Ik was naar huis gegaan. Zie Wikipedia. |
||
Plusquamperfectum | Past perfect | Zie Voltooid verleden tijd. | ||
Voltooid verleden tijd | Pluperfect | Zie Voltooid verleden tijd. | ||
Wederkerend werkwoord | Reflexive verb | Voorbeelden: zich schamen, zich vergissen. | ||
Reflexief werkwoord | Reflexive verb | Voorbeelden: zich schamen, zich vergissen. | ||
Wederkerend voornaamwoord | Reflexive pronoun | Voorbeelden: Hij schaamt zich, hij vergist zich. | ||
Reflexief pronomen | Reflexive pronoun | Voorbeelden: Hij schaamt zich, hij vergist zich. | ||
Toekomende tijd | Future tense | Voorbeelden: Ik ga een boek lezen; Ik zal naar huis gaan. | ||
Wederkerig voornaamwoord | Reciprocal pronoun | Er zijn maar 4 wederkerige voornaamwoorden: elkaar, mekaar, elkander, mekander. Alleen de 1e 2 worden tegenwoordig regelmatig gebruikt. | ||
Reciproque pronomen | Reciprocal pronoun | Er zijn maar 4 wederkerige voornaamwoorden: elkaar, mekaar, elkander, mekander. Alleen de 1e 2 worden tegenwoordig regelmatig gebruikt. | ||
Persoonlijk voornaamwoord | Personal pronoun | 人称代词 | rénchèng dăicí | Ik, jij, wij, hij, etc.
Maar in het Chinees ook 大家 (dàjiā = iedereen),别人 (biérén = anderen),
自己 (zìjĭ = jezelf). Zie Wikipedia. |
Pronomen personale | Personal pronoun | 人称代词 | rénchèng dăicí | Zie Persoonlijk voornaamwoord. |
Voorzetsel | Preposition | 介词 | jiècí | Een onverbuigbaar woord dat de aard van de relatie tussen de verschillende
elementen in een zin aangeeft. Bv.: Het boek ligt in het huis; De fiets staat voor de deur. |
Prepositie | Preposition | 介词 | jiècí | Een onverbuigbaar woord dat de aard van de relatie tussen de verschillende
elementen in een zin aangeeft. Bv.: Het boek ligt in het huis; De fiets staat voor de deur. |
Onomatopee | Onomatopoeia | 拟声词 | nĭshēngcí | Een woord dat een klank nabootst, zoals knerpen, sissen, tikken, brullen. |
Onomatopee | Onomatopoeia | 象声词 | xiàngshēngcí | Zie onomatopee. |
Geluidswoord [nzd] | Onomatopoeia | 象声词 | xiàngshēngcí | Zie onomatopee. |
Antoniem | Antonym | 反义词 | fănyìcí | Twee woorden zijn elkaars antoniem als ze een tegengestelde betekenis hebben. |
Antoniem | Opposite | 反义词 | fănyìcí | Twee woorden zijn elkaars antoniem als ze een tegengestelde betekenis hebben. |
Synoniem | Synonym | 近义词 | jìnyìcí | Een woord dat ongeveer dezelfde betekenis heeft als een ander woord in die taal. |
Samengesteld woord | Compound | 构词 | gòicí | Een woord dat is opgebouwd uit 2 of meer onderdelen die ook afzonderlijk woorden zijn. Voorbeelden: woorden-boek, huis-kamer, tuin-man. Zie Wikipedia. |
Samenstelling | Compound | 构词 | gòicí | Een woord dat is opgebouwd uit 2 of meer onderdelen die ook afzonderlijk woorden zijn. Zie Samengesteld woord. |
Compositie | Compound | 构词 | gòicí | Een woord dat is opgebouwd uit 2 of meer onderdelen die ook afzonderlijk woorden zijn. Zie Samengesteld woord. |
Samengestelde zin | Compound sentence | 复句 | fùjù | Een zin die uit meerdere deelzinnen bestaat, die verbonden worden door voegwoorden. Anders gezegd: het is een zin met meer dan 1 werkwoordelijk gezegde. Zie Wikipedia. |
Samengestelde zin | Compound phrase [mdbg] | 复句 | fùjù | Zie samengestelde zin. |
Werkwoord | Verb | 动词 | dòngcí | |
Overgankelijk werkwoord | Transitive verb | 及物动词 | jíwù dòngcí | Bij een overgankelijk ww horen 1 of meer objecten. Voorbeeld: Ik lees een boek. Zie ook Wikipedia. |
Transitief werkwoord | Transitive verb | 及物动词 | jíwù dòngcí | Zie Overgankelijk werkwoord. |
Intransitief werkwoord | Intransitive verb | 不及物动词 | bùjíwù dòngcí | Zie Onovergankelijk werkwoord. |
Onovergankelijk werkwoord | Intransitive verb | 不及物动词 | bùjíwù dòngcí | Dit zijn werkwoorden die geen direct of indirect object hebben. Voorbeeld: Het regent. Zie ook Wikipedia |
Hulpwoord [nzd] | Auxiliary word | 助词 | zhùcí | |
Hulpwoord [nzd] | Particle [dclea] | 助词 | zhùcí | |
Hulpwerkwoord | Auxiliary verb | 助动词 | zhùdòngcí | Een werkwoord dat een betekenis toevoegt aan een ander werkwoord, en
daardoor in principe niet zelfstandig voorkomt.
Er zijn meerdere soorten hulpwerkwoorden. In het Chinees zijn er een heleboel hulpwerkwoorden, zoals 会 (huì), 能 (néng), 可以 (kĕyĭ) en 要 (yào). Zie |
Hulpwerkwoord | Modal verb | 助动词 | zhùdòngcí | Een werkwoord dat een betekenis toevoegt aan een ander werkwoord, en
daardoor in principe niet zelfstandig voorkomt. In het Chinees zijn er een heleboel hulpwerkwoorden, zoals 会 (huì), 能 (néng), 可以 (kĕyĭ) en 要 (yào). Ze worden onmiddellijk voor het hoofdwerkwoord in een zin gebruikt, om de stemming of houding van de spreker of het lijdend voorwerp vanuit het perspectief van de spreker uit te drukken. |
Modaal partikel | Modal particle | 语气词 | yǔqìcí | Een onverbogen woord dat vooral veel in gesproken taal voorkomt.
De vertaling hangt vaak sterk van de context af. Voorbeelden: toch, wel, nou/nu, maar, even, eens (hou nu op!). Zie Wikipedia. |
Modaal partikel | Modal particle | 语气助词 | yǔqìzhùcí | Zie Modaal partikel. |
Intonatiewoord | Modal particle | 语气词 | yǔqìcí | Zie Modaal partikel. |
Naamwoordelijk zinsdeel | Noun phrase | 名词性短语 | míngcíxìng duănyǔ | Een woordgroep waarin een zelfstandig naamwoord het belangrijkste woord is.
In de zin 'die 5 prachtige glanzende appels die op de stoel liggen' is 'appels'
het naamwoordelijke zinsdeel.
Je kan het hele naamwoordelijke zinsdeel vervangen door 'ze', bv. in
'ze smaken heerlijk'. Zie verder Wikipedia. |
Naamwoordgroep | Noun phrase | 名词性短语 | míngcíxìng duănyǔ | Zie Naamwoordelijk zinsdeel. |
Naamwoordelijk zinsdeel | Nominal phrase | 名词性短语 | míngcíxìng duănyǔ | Zie Naamwoordelijk zinsdeel. |
Rhetorische vraag | Rhetorical question | 反问句 | fănwènjù | Een vraag waarop de vraagsteller geen antwoord verwacht. |
Tussenwerpsel | Interjection | 感叹词 | găntàncí | Een uitroep (woord, woordgroep of hele zin) die een uitdrukking van emotie is. Vbd.: Aha, warempel, OK. Vloeken horen hier vaak ook bij. Zie Wikipedia. |
Tussenwerpsel | Exclamation | 感叹词 | găntàncí | Zie tussenwerpsel. |
Tussenwerpsel | Interjection | 叹词 | tàncí | Zie tussenwerpsel. |
Bezittelijk voornaamwoord | Possessive determiner | Vbd.: mijn boek, jouw kat. Zie Wikipedia. | ||
Pronomen possessivum | Possessive determiner | Zie bezittelijk voornaamwoord. | ||
Possessief pronomen | Possessive determiner | Zie bezittelijk voornaamwoord. | ||
Bezittelijk voornaamwoord | Possessive adjective | Zie bezittelijk voornaamwoord. | ||
Bezittelijk voornaamwoord | Possessive pronoun | Dit heeft in het Engels een andere betekenis dan onze normale betekenis van bez. voornaamwoord. Zie Wikipedia (Engels). | ||
Clause | 小句 | xiăojù | Volgens mij kunnen in het Nederlands zowel hoofdzinnen als bijzinnen clauses zijn. Zie Wikipedia (Engels). | |
Lidwoord | Article | 冠词 | guàncí | De lidwoorden in het Nederlands zijn de, het en een. Zie Wikipedia. |
Artikel | Article | 冠词 | guàncí | Zie lidwoord. |
Zinsdeel | Phrase | 词组 | cízǔ | Een groep van woorden die een eenheid vormen binnen de syntax van een zin. Een phrase (Engels) is kleiner dan een clause, maar ik geloof dat er in het Nederlands geen onderscheid gemaakt wordt. Zie Wikipedia (zinsdeel) en Wikipedia (phrase). |
Telwoord | Numeral | 数词 | shùcí | Deze groep bevat in elk geval in het Nederlands en Engels
zowel de hoofdtelwoorden (drie, zeven, vijftien, duizend)
als de rangtelwoorden (derde, zevende, etc.). Zie Wikipedia. |
Rangtelwoord | Ordinal number | 顺序数 | shùnxùshù | Derde, zevende, vijftiende, duizendste, etc. Zie Wikipedia. |
Bepaald hoofdtelwoord | Cardinal number | 基数 | jīshù | De gewone getallen, zoals twee, negen, vijftig, etc. Zie Wikipedia. |
Onbepaald hoofdtelwoord | Quantifier | 数量词 | shùliàngcí | In het Engels bv. some of, every, most of, a lot of. In het Nederlands bv. genoeg, hoeveel, alle, sommige, weinig. Zie Wikipedia (Engels) en een complete lijst van de Nederlandse ook op Wikipedia. |
Hoofdtelwoord | Deze groep bestaat in het Nederlands uit bepaalde en onbepaalde hoofdtelwoorden. | |||
Verbale constituent | Verb phrase | 动词性短语 | dòngcíxìng duănyǔ | Een beetje ingewikkeld om uit te leggen. Zie Wikipedia. |
Verbale constituent | Verbal phrase [dclea] | 动词短语 | dòngcí duănyǔ | Een beetje ingewikkeld om uit te leggen. Zie Wikipedia. |
Clause (in European grammar) | 分句 | fēnjù | ||
Gezegde | Adage | 俗语 | súyǔ | Een groep woorden of een zin die samen 1 betekenis hebben.
Vbd.: Als 2 druppels water. Het verschil tussen een spreekwoord en een gezegd is dat een spreekwoord een algemene wijsheid weergeeft, en zich niet tot 1 enkel geval beperkt. Zie Wikipedia. |
Zegswijze | Adage | 俗语 | súyǔ | Zie Gezegde. |
Populaire zegswijze of uitdrukking [nzd] | Adage | 俗语 | súyǔ | Zie Gezegde. |
Chinees spreekwoord | Idiom [dclea] | 成语 | chéngyǔ | Bestaat meestal uit 4 karakters. Zie Wikipedia. |
Lijdend voorwerp | Direct object | 受词 | shòucí | Zie Wikipedia. |
Direct object | Direct object | 受词 | shòucí | Zie lijdend voorwerp. |
Meewerkend voorwerp | Indirect object | Zie Wikipedia. | ||
Indirect object | Indirect object | Het meewerkend voorwerp is 1 van de vormen van een indirect object. Zie Wikipedia. | ||
Stellende trap | Positive | De 1e van de trappen van vergelijking, dus bv. het woord groot in de reeks groot - groter - grootst. Zie Wikipedia. | ||
Vergrotende trap | Comparative | De 2e van de trappen van vergelijking, dus bv. het woord groter in de reeks groot - groter - grootst. Zie Wikipedia. | ||
Overtreffende trap | Superlative | De 3e van de trappen van vergelijking, dus bv. het woord grootst in de reeks groot - groter - grootst. Zie Wikipedia. | ||
Positief | Positive | De 1e van de trappen van vergelijking, dus bv. het woord groot in de reeks groot - groter - grootst. Zie Wikipedia. | ||
Comparatief | Comparative | De 2e van de trappen van vergelijking, dus bv. het woord groter in de reeks groot - groter - grootst. Zie Wikipedia. | ||
Superlatief | Superlative | De 3e van de trappen van vergelijking, dus bv. het woord grootst in de reeks groot - groter - grootst. Zie Wikipedia. | ||
infinitief | infinitive | 不定式 | bùdìngshì | Het hele werkwoord, dus zonder vervoeging. Zie Wikipedia. |
Infinitief | Infinitive | 不定词 | bùdìngcí | Zie Onbepaalde wijs |
Onbepaalde wijs | Infinitive | 不定式 | bùdìngshì | Het hele werkwoord, dus zonder vervoeging. Zie Wikipedia. |
Statief werkwoord | Stative verb | 静态动词 | jìngtài dòngcí | Stative verbs zijn een subklasse van de werkwoorden.
In het Chinees functioneren ze anders dan in het Nederlands en Engels. Wat gelijk is in alle 3 talen, is dat ze een kwaliteit of status beschrijven. Wikipedia (Nederlands) zegt dat het iets onveranderlijks of permanents m.b.t. tot het onderwerp beschrijft (bv. eigenschap of toestand). Wikipedia (Engels) noemt het een 'state of being'. Het verschil met onze talen: ze functioneren net als bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands als ze (als modifier) voor een zelfstandig naamwoord staan. Bv.: 老学校 (lăo xuéxiào, oude school). De overeenkomst met onze talen: als ze het gezegde vormen (na het onderwerp komen) functioneren ze als werkwoord. Ze kunnen in dat geval ook net als andere werkwoorden een bijwoord als modifier hebben. Maar ook hier is er weer een verschil: I.t.t. Nederlands hebben ze een ingebouwd 'zijn', en heb je dus niet het Chinese 是 (shì, zijn) nodig (sterker nog, dat is fout). Voorbeeld: 他(很)老 (hij is (erg) oud) ([iā], p. 69). |
Statief werkwoord | State verb | 静态动词 | jìngtài dòngcí | Zie Statief werkwoord. |
Statief werkwoord | Stative verb | 状态动词 | zhuàngtài dòngcí | Zie Statief werkwoord. |
Eigenschapswerkwoord | Woorden die een eigenschap van mens, dier of ding aanduiden ([owa], pag. 54). Is vermoedelijk hetzelfde als een Statief werkwoord. | |||
Actief werkwoord | Action verb | De werkwoorden die niet tot de stative
werkwoorden horen???
Ik weet niet meer waar ik de term action verb in Chinese context heb gevonden.
De Engelse Wikipedia verwijst gewoon door naar werkwoord.
Dynamisch werkwoord (dynamic verb) is blijkbaar een gebruikelijker term.
Er zijn transitieve en intransitieve action verbs. Deze werkwoorden beschrijven een voortdurende of voortgezette handeling m.b.t. het onderwerp (ik denk in alle 3 talen). In het Nederlands kan je denken aan bv. lopen, rennen en slaan. Zie Wikipedia (Nederlands) of Wikipedia (Engels). |
||
Dynamisch werkwoord | Dynamic verb | Zie Actief werkwoord. | ||
Dynamisch werkwoord | Fientive verb | Zie Actief werkwoord. | ||
Aantonende wijs | Realis mood | De normale vorm van het werkwoord, zoals 'ik lees' of 'ik las'. Zie Wikipedia. |
||
Indicatief | Indicative mood | Zie Aantonende wijs. | ||
Gebiedende wijs | Imperative mood | 祈使语气 | qíshĭyǔqì | Geeft meestal een bevel weer: Lees! Zie Wikipedia. |
Imperatief | Imperative mood | 祈使语气 | qíshĭyǔqì | Zie Gebiedende wijs. |
Aanvoegende wijs | Subjunctive mood | Iets dat niet waar is, iets waarvan niet zeker is of het waar is, of iets
waarvan men wenst dat het waar is, bv. hij zou lopen, hij zou dat gezegd hebben,
ik wou dat het zo was. Zie Wikipedia. |
||
Conjunctief | Subjunctive mood | Zie Aanvoegende wijs. | ||
Correlative | 关联词 | guānliáncí | Woorden die in een zin gescheiden zijn, maar een gezamenlijke functie
vervullen.
In het Engels zijn dat bv. both... and, neither... nor, if... then. Zie Wikipedia (Eng). |
|
Associated word | 关联词 | guānliáncí | Zie Correlative. | |
Complement of direction | 趋向补语 | qūxiàng bǔyǔ | Bij een actie die beweegt moet je een complement specificeren.
De meest simpele vormen zijn 去 (qù, gaan) en 来 (lái, komen).
Ze kunnen verder worden uitgebreid tot bv. 上去 (shàngqù, naar boven gaan) en
过来 (guòlái, hier naartoe komen), maar dan heet het een
compound directional complement.
Het complement wordt achter een werkwoord geplakt, bv. 走过来 (zǒuguòlái).
Zie Wikipedia (Eng). |
|
Directional complement | 趋向补语 | qūxiàng bǔyǔ | Zie complement of direction. | |
Compound directional complement | 复合趋向补语 | fùhé qūxiàng bǔyǔ | Bij een actie die beweegt moet je een directional
complement specificeren.
De meest simpele vormen zijn 去 (qù, gaan) en 来 (lái, komen).
Ze kunnen verder worden uitgebreid tot bv. 上去 (shàngqù, naar boven gaan) en
过来 (guòlái, hier naartoe komen), maar dan heet het een
compound directional complement.
Het complement wordt achter een werkwoord geplakt, bv. 走过来 (zǒuguòlái).
Zie Wikipedia (Eng). |
|
Lijdende vorm | Passive voice | 被动句 | bèidòng jù | Een zin waarin het onderwerp ondergeschikt wordt gemaakt aan het lijdend
voorwerp.
In het Nederlands bv.: Het boek wordt veel gelezen (het onderwerp is hier
weggelaten, de actieve vorm zou zijn: Men leest het boek veel). In het Chinees wordt vaak een constructie gebruikt met het karakter 被 (bèi). |
Passieve vorm | Passive sentence | 被动句 | bèidòng jù | Zie lijdende vorm. |
Potential complement | 可能补语 | kĕnéng bǔyǔ | Dit complement geeft aan dat de spreker denkt dat een resultaat mogelijk of onmogelijk is. In positieve zinnen wordt 得 tussen het werkwoord en het bijvoeglijke of werkwoordelijke complement geplaatst, in negatieve zinnen is dat 不. | |
Negative form | 否定形式 | fǒudìng xíngshì | Hiermee kan je bv. doelen op de negatieve vorm van het potentiele complement. | |
Affirmation | 肯定形式 | kĕndìng xíngshì | Hiermee kan je bv. doelen op de positieve vorm van het potentiele complement. | |
Attributive | 定语 | dìngyǔ | Een woord of zinsdeel in een naamwoordelijk
zinsdeel dat de betekenis van het belangrijkste zelfstandige naamwoord
verandert.
Het kan een bijvoeglijk naamwoord, een zelfstandig naamwoord of een werkwoord
zijn. Zie Wikipedia (Eng). |
|
Imperative sentence | 祈使句 | qíshĭjù | Een zin die in de gebiedende wijs staat. | |
Werkwoordstijd | Grammatical tense | 时态 | shítài | Geeft aan in welke tijd (of tijdfase) uit het oogpunt van de
spreker/schrijver de gebeurtenis plaatsvindt. Zie Wikipedia (Ned) of Wikipedia (Eng). |
Tempus | Grammatical tense | 时态 | shítài | Zie werkwoordstijd. |
Bijwoordelijke bijzin | Adverbial adjunct | 状语 | zhuàngyǔ | Dit kan zowel een bijwoord als een bijwoordelijke bijzin zijn.
In het laatste geval moet je bv. denken aan: Ik zag Jan toen hij naar
de winkel ging, of: We gingen weg nadat de lezingen eindigden.
Net als een gewoon bijwoord kan een bijwoordelijke bijzin iets zeggen over een
werkwoord, bijvoeglijk naamwoord of ander bijwoord. Chinees voorbeeld: 我又把密码忘掉了 (wǒ yòu bă mìmă wàngdiào le: ik ben het wachtwoord weer vergeten). Yòu is het zhuàngyǔ (toelichting bij een HSK-examen). Zie Wikipedia (Ned) of Wikipedia (Eng). |
Bijwoordelijke bijzin | Adverbial clause | 状语 | zhuàngyǔ | Zie bijwoordelijke bijzin. |
Predicate verb | 谓语动词 | wèiyǔ dòngcí | Het werkwoord in het gezegde. | |
Verbal complement | 动补 | dòngbǔ | Werkwoord + 得 + complement, bv. 听得懂 (begrijpen). Zie Wikipedia (Eng). |
|
Collectivum | Collective noun | 集合名词 | jíhémíngcí | Een zelfstandig naamwoord dat enkelvoud is, maar toch een verzameling dingen
aangeeft, zoals bos (een verzameling bomen). In het Chinees is bv. 车辆 (chēliàng) een collectivum, en gewoon 车 (chē) niet. In het Engels werkt het nog weer iets anders: daar is bv. group een collective noun: group of people. Zie Wikipedia (Ned) of Wikipedia (Eng). |
Collectief (zelfstandig naamwoord) | Collective noun | 集合名词 | jíhémíngcí | Zie Collectivum. |
Verzamelnaam | Collective noun | 集合名词 | jíhémíngcí | Zie Collectivum. |
Individual noun | 个体名词 | gètĭmíngcí | Het tegengestelde van een Collectivum. | |
Conjunction | 关联词语 | guānliáncíyǔ | ||
Denkbeeldig woord | Content word | 实词 | shící | Woorden zoals zelfstandige naamwoorden, meest werkwoorden, bijvoeglijke
naamwoorden en bijwoorden, die aan een object, actie of eigenschap refereren.
Het tegengestelde is function words. Zie Wikipedia (Eng). |
Denkbeeldig woord | Notianal word | 实词 | shící | Zie Wikipedia (Eng). |
Functiewoord | Function word | Zie Wikipedia (Eng). | ||
Woordbetekenis | Meaning of a word | 词义 | cíyì | |
Vaste uitdrukking | Idiom | 熟语 | shúyǔ | |
Uitdrukking | Idiomatic expression | 熟语 | shúyǔ | |
Klinker | Vowel | 元音 | yuányīn | |
Collocatie | Collocation | 词语搭配 | cíyǔ dāpèi | Een groep woorden die vaker samen met elkaar voorkomt dan je op grond van
toeval zou verwachten. Er zijn allerlei soorten collocaties, maar in het Nederlands kan je bv. denken aan 'donker bier' of 'een uiltje knappen'. In het Engels een mooi voorbeeld met de woorden strong en powerful, die ongeveer hetzelfde betekenen. Maar je zegt alleen 'strong tea' (sterke thee) en een 'powerful computer' (een krachtige computer). Je zou nooit 'powerful tea' zeggen. Zie Wikipedia (Ned) of Wikipedia (Eng). |
Collocatie | Collocation | 搭配 | dāpèi | Zie collocatie. |
Prefix | 前缀 | qiánzhuì | ||
Suffix | 后缀 | hòuzhuì | ||
Verb-object | 动宾结构 | dòngbīn jiégòu | ||
Verb-complement | 动补结构 | dòngbǔ jiégòu | ||
Adjectival phrase | 形容词短语 | xíngróngcí duănyǔ | ||
Complement | 补语 | bǔyǔ | ||
Eigennaam | Proper noun | 专名 | zhuānmíng | Een eigennaam is een zelfstandig naamwoord waarmee een uniek iets wordt
aangegeven, zoals Henk, Microsoft of Londen.
Normale zelfstandige naamwoorden, zoals boom of huis, geven een categorie van
dingen aan. Zie Wikipedia (Ned) of Wikipedia (Engels). |
Phrase | 短语 | duănyǔ | ||
Resultative complement | 结果补语 | jiéguǒ bǔyǔ | Voorbeeld: dào in nádào (oppakken). Andere complements zijn o.a. 完, 好, 见, 远 en 干净. | |
Consequential complement [bya, ch. 28] | 结果补语 | jiéguǒ bǔyǔ | Voorbeeld: dào in nádào (oppakken). | |
Modal/optative verb [wl] | 能愿动词 | Hetzelfde als een hulpwerkwoord? In het Chinees zijn er een heleboel van deze werkwoorden, zoals 会 (huì), 能 (néng), 可以 (kĕyĭ), 要 (yào) en 得 (dĕi). [bya] | ||
Modal auxiliary [bya] | 能愿动词 | Hetzelfde als een hulpwerkwoord? In het Chinees zijn er een heleboel van deze werkwoorden, zoals 会 (huì), 能 (néng), 可以 (kĕyĭ), 要 (yào) en 得 (dĕi). [bya] | ||
Volitive auxiliary [wl] | 能愿动词 | Hetzelfde als een hulpwerkwoord? In het Chinees zijn er een heleboel van deze werkwoorden, zoals 会 (huì), 能 (néng), 可以 (kĕyĭ), 要 (yào) en 得 (dĕi). [bya] |
© Henk Dalmolen
Reageer via E-mail (dalmolen@xs4all.nl)
Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op: 1-4-2015 21:41:27
Reageer via E-mail (dalmolen@xs4all.nl)
Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op: 1-4-2015 21:41:27