KB » Muziek » Akkoorden

Akkoorden

    Tweeten

Intervallen

Een interval is de afstand tussen 2 tonen in een toonladder. De afstand tussen 2 aangrenzende tonen wordt een secunde genoemd, zoals die tussen c en d, e en f, fis en g, a en bes.

Er moeten dus blijkbaar, volgens de definitie, steeds 2 letters in het spel zijn, hoewel de afstand tussen f en fis ook een secunde zou kunnen zijn. Maar dan moet je het dus f en ges noemen.

Na secunde komt terts (bv. c - e), kwart (c - f), kwint (c - g), etc.

Secundes

In een toonladder als c - d - e - f - g - a - b - c komen maar 2 soorten secundes voor, nl. die van een halve toonsafstand (e - f en b - c, de gevallen waarbij er geen zwarte toets tussen de witte zit), en de rest met hele toonsafstanden. Deze worden resp. kleine en grote secunde genoemd.

Maar er zijn ook secundes van anderhalve toonsafstand (overmatig) of min of meer geen (verminderd).

Tertsen

Een terts is het interval tussen een toon, en de toon die 2 tonen hoger ligt, bv. c - e, of g - b.

De belangrijkste soorten tertsen zijn grote en kleine tertsen.
Een grote terts bestaat uit 2 grote secundes, dus bv. c (- d) - e, of f (- g) - a.
Een kleine terts bestaat uit een grote en een kleine secunde, dus bv. d (- e) -f, of a (- b) - c.


Toonladders

Een toonladder bestaat uit de 8 opeenvolgende tonen van een octaaf, bv. d - e - f - g - a - b - c - d. De toonladder kan bij elke toon beginnen, en de afstanden tussen de tonen worden bepaald door het soort toonladder.

De grondtoon (1e toon) van een toonladder heet de tonica. In het voorbeeld hierboven is dat de 'd'.
De 4e toon heet de subdominant.
De 5e toon van een toonladder (hierboven de 'a') heet de dominant.

Een muziekstuk eindigt vaak met de tonica.

Majeurtoonladders

Een grote terts toonladder begint met een grote terts. De "normale" toonladder, c - d - e - f - g - a - b - c, valt daar dus onder.

Mineurtoonladders

Een kleine terts toonladder begint met een kleine terts.


Drieklanken

Drieklanken zijn combinaties van 3 tonen tegelijk.

Een belangrijk soort drieklanken bestaat uit de combinatie van 2 tertsen, een grote en een kleine, of omgekeerd. In het 1e geval is de klank wat vrolijker (majeur), in het 2e wat treuriger (mineur). Een voorbeeld van de 1e is c - e - g, het C-akkoord een vbd. van de 2e is c - es - g.

C-akkooord

Het C-akkord bestaat uit de grondtoon (C), de terts (E) en de kwint (G).

Dit akkoord heet ook het tonica-akkoord, omdat het is opgebouwd op de 1e toon (tonica) van de toonladder. Het heet ook wel het I-akkoord (Romeinse I = 1).

Omkeringen

Drieklanken hebben 2 omkeringen. Deze hebben dezelfde tonen, maar 1 of 2 in een andere octaaf.

Omkeringen van c - e - g zijn e - g - c en g - c - e.


Vierklanken

Septiemakkoorden zijn combinaties van 3 tertsen. Uitgaande van de "normale" toonladder, heb je bv. de volgende mogelijkheden:

Dominant septiemakkoord

De dominant van het C-akkoord (c - e - g) is de 'g'. Als je met deze toon als grondtoon met tertsen een septiemakkoord bouwt, heet dat een dominant septiemakkoord. In dit geval wordt dat: g - b - d - f, en dat akkoord wordt vaak V7 genoemd (de V, Romeinse 5, geeft de grondtoon van het akkoord aan, 7 staat voor septiem).

Vaak worden van een een dominant septiemakkoord maar 3 tonen, en dan ook nog eens in een andere volgorde gebruikt, zodat je een drieklank krijgt. Van het akkoord g - b - d - f zouden dat bv. b, f en g kunnen zijn, in die volgorde.

De reden waarom vaak 1 toon wordt weggelaten is dat het anders te "dik" klinkt. Het is niet logisch om de tonica of het septiem weg te laten, dus bijna altijd is het de 1 van de middelste 2 tonen die wordt weggelaten. En meestal is het de 3e. Het akkoord g - b - d - f wordt dan gereduceerd tot b - f - g.

De reden voor de omkering b - f - g, is dat je die met een kleine verschuiving vanuit c - e - g kan bereiken.



    Tweeten
© Henk Dalmolen
Reageer via E-mail (dalmolen@xs4all.nl)

Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op: 19-05-22 17:35:06